Grou is een waterdorp en wil dat weten. “Rôlje, rôlje, wetterweagen, rôlje en brûsje om ’t âlde Grou”, schrijft dokter Eeltsje Halbertsma. Maar Grou werd in de loop der eeuwen ook van alle kanten door water bedreigd. Vanuit het oosten door de afstroming van regen- en grondwater uit het Drents Plateau, vanuit het noordwesten door de zee en later door het opstuwende binnenwater vanuit de Zuidwesthoek van Friesland. De aanleg van zeedijken en later van de Leppedijk vormden enige verlichting van deze problemen. Toch stonden tot ver in de 20ste eeuw veel landbouwgronden rond Grou iedere winter onder water.
Drents water via de Drait
Het water van het Drents Plateau stroomt van oost naar west, na de ijstijden aanvankelijk via smeltwatergeulen, later via beken als de Linde, de Tjonger en de Boorne. Maar ook noordelijk daarvan via de Ie (Ee). Alleen heeft de loop van de Ie gedurende de eeuwen verschillende routes gevolgd door het dikke veenpakket heen richting zee. Zeker is dat de Ie voortkomt uit het stelsel van de Drait.
Legenda
42 Grondmorene welvingen dekzanddek
50 Zeeboezem –rug of -wal
69 Getijde-afzettingsvlakte met enig reliëf
70 Zee afzettingsvlakte zonder veel welvingen
72 Moerasvlakte, resten van ontgonnen veen
73 Ontgonnen veenvlakte
76 Beekdal, sneeuwsmeltwatergeul
Hoewel bij de beschrijving van de landschappelijke ontwikkeling van Fryslân vaak alleen de Boorne als belangrijke rivier wordt genoemd, levert het stelsel van de Drait na de laatste ijstijd een aanzienlijke bijdrage aan de smeltwaterafvoer naar zee. De oorsprong van dit stelsel moeten we zoeken tot in de provincie Groningen.
De Drait ontving ook (smelt)water van andere geulen in de loop naar het westen. Omdat in dit gebied sinds ca. 3000 v. Chr. een sterke veengroei plaatsvond zal het water vertraagd en opgestuwd zijn, met verdere veengroei en stijging van de bodem tot gevolg. De loop van dit water is daardoor landschappelijk niet steeds goed zichtbaar. In echte veengebieden worden zelden grotere doorgaande beken aangetroffen.
Overstroming door de zee
Met name in tijden van een ‘transgressie’ ofwel stijging van de zeespiegel overstroomde het land rond Grou tweemaal daags. Rond 2000 tot 1000 v. Chr. zette de zee kleilagen af op het veen, die later weer door veengroei werden bedekt. Dit gebeurde in de periode van ca. 300 v. Chr. tot ca. 50 na Chr: de ‘pre-romeinse transgressieperiode’. Van 300-800 n. Chr. gebeurde het opnieuw en werd bijna het gehele veengebied met een laag ‘knipklei’ bedekt. Dit is zeer zware kalkarme en stugge klei, die door haar stevigheid mogelijkheden voor bewoning bood. (Cnossen 1971)
Er is ook een nadeel. De zware kleilaag drukt het onderliggende veen samen en veroorzaakt zo een bodemdaling. Het water kan dan niet meer zo gemakkelijk via de Boorne en Middelzee naar zee stromen, maar moet de lange weg naar het noorden zoeken, via het Dokkumerdiep uitmondend in zee. Grou ligt aan het ‘voeteneind’ van het stroomgebied Ie-Dokkumerdiep (RDMZ 1990). Door de bedijking van Westergo en Oostergo in de elfde eeuw en het tegelijkertijd dichtslibben van de Middelzee werd de afvoer van water nog problematischer.
Wateroverlast vanuit het Zuidwesten
De ingezette bodemdaling van het hoogveen werd door het buiten sluiten van de zee en door de ter hand genomen ontginning versterkt. Ook het water van de Boorne kon nu niet meer wegvloeien naar zee en stuwde in de voormalige monding van de Boorne steeds verder op. Een oplossing leek het om afvoer in de richting van het Sneekermeer mogelijk te maken door het graven van een wetering. Mede door die verbinding ontstond een open relatie voor water. Het gevolg was dat bij hevige zuidwestenwind het opstuwende water vanuit de Zuidwesthoek van Fryslân overlast gaf tot in Leeuwarden en verder noordelijk. De stad en een aantal grietenijen van Oostergo sloten daarop een verbond om het waterbeheer te versterken.
“Samen met het latere ontstane Smallingerland vormden Leeuwarderadeel, Tietjerksteradeel en Idaarderadeel ‘de Leppa’. Het Leppa-verbond kunnen we in verband brengen met de Leppadijk, die rond 1200 is aangelegd tussen Oud-Beets en Jirnsum, waar ze aansloot op de dijken van de Middelzee. De Leppadijk moest het water uit het zuidwesten keren.” …”In 1477 sloot het Leppa-verbond een overeenkomst met de stad Leeuwarden dat ‘voor eeuwig’ de gerechtigheid over de vier sluizen van Irnsum verkreeg.” (https://historischcentrumleeuwarden.nl)
Bronnen
Bekkema, Klaas J.; Vroegste geschiedenis van Smallingerland tot ca. 1500; http://www.pergo-et-perago.nl/vgsmalih.htm) 2017
Buijtenen, M.P. van; De Leppa, een rechtshistorisch-waterstaatkundige bijdrage; Kamminga, Dokkum, 1944
Cnossen, ir. J.; De bodem van Friesland; Stichting voor Bodemkartering, Wageningen, 1971
Daam Fockema; Schetzen van de Friesche Geschiedenis in het Algemeen en het Strafrecht in het bijzonder; I.Deel: van het begin der Christelijke Jaartelling tot 775 ; Te Leeuwarden uitgeverij J.W. BROUWER 1840
Feteris, ir W.H.; De topografie van het stroomgebied langs de bovenloop van de Boorne; in: Boven-Boornegebied; Rapport betreffende het onderzoek van het Landskip-genrtysk Wurkforbân van de Fryske Akademy; nr 178; uitg. Laverman NV Drachten, 1961
Gildemacher, Karel F.; Friese plaatsnamen, Alle steden, dorpen en gehuchten. 2007 Friese Pers Boekerij
Gildemacher, Karel F.; Waternamen in Friesland; Fryske Akademy, Ljouwert 1993
Halbertsma, dr. E.; Het dorp Grou 1836 / Koninklijke Bibliotheek
RDMZ Rijksdienst voor de Monumentenzorg; Grouw (Grou) gemeente Boarnsterhim; Toelichting bij het besluit tot aanwijzing van de dorpskom van Grou als beschermd dorpsgezicht, januari 1990
Vos, P. & S. de Vries: 2e generatie palaeogeografische kaarten van Nederland (versie 2.0). Deltares, Utrecht, 2013.
Stichting Wetenschappelijke atlas van Nederland, Atlas van Nederland, Staatsuitgeverij 1977