Trijehûs: van baggerdepot naar recreatief natuurgebied
Trijehûs is een eiland gelegen vlakbij Grou, tussen Nationaal Park De Alde Feanen, het Prinses Margrietkanaal en landbouwpolders. In de periode 2006 tot 2011 is Trijehûs gebruikt als stortplaats voor baggerslib uit de Friese vaarwegen. In 2011 was het depot vol. De provincie stelde samen met omwonenden, It Fryske Gea, Recreatieschap De Marrekrite, (toenmalige) gemeente Boarnsterhim en Wetterskip Fryslân een plan op om Trijehûs opnieuw in te richten. De provincie was verantwoordelijk voor de afwerking van het depot. Het depot is inmiddels omgevormd tot natuur- en recreatiegebied voor mens en natuur.
Het gebied: vier hectare Bûtlân en negen hectare hooiland (It Hegelân)
Op Trijehûs is ongeveer vier hectare laaggelegen Bûtlân gecreëerd. In dit drassige deel is een patroon van slenken en sloten aangebracht. De grond is extreem nat vlak langs de sloten en wordt droger richting het wandelpad. In Nederland is niet veel Bûtlân meer te vinden: nat hooiland dat periodiek overstroomt. Een aantrekkelijk gebied voor padden, kikkers en vissen. Zij vinden hun plek wel in de ondiepe, zuurstofrijke warme slootjes. En zo wordt het een uitstekend jachtgebied voor de aalscholver, visdief, blauwe reiger, ooievaar, roerdomp en bruine kiekendief.
Naast It Bûtlân heeft Trijehûs ongeveer negen hectare droog hooiland (It Hegelân), gelegen op een kleine heuvel. Hier is het baggerdepot met schone grond afgedekt. Er is een bloemenmengsel gezaaid met vele hooilandsoorten. Deze bloemenzee trekt natuurlijk allerlei insecten aan, waaronder wilde bijen en vlindersoorten. It Fryske Gea is verantwoordelijk voor de natuur op het eiland en zal het beheren als bloemrijk grasland en nat schraalland.
En dan is er die bijzondere wand met zo’n driehonderd gaten, op de grens van water en het droge hooiland. Het is een betonnen damwand van 2,5 meter hoog, met een lengte van zo’n 30 meter met daarachter 2 meter zand. Dit is de plek voor oeverzwaluwen om een nest te bouwen. Ze graven een diepe nestgang in het zand achter de gaten, om daar hun eieren te leggen.
Naast het aanleggen van nieuw Bûtlân, een wandelpad en een zwaluwwand is er ook een haven voor de recreanten gecreëerd. Trijehûs had al een werkhaven. De ingang van deze oude werkhaven, die zich bevond aan de kant van het Prinses Margrietkanaal, is afgesloten. De nieuwe ingang ligt aan de oostkant, bijna in het verlengde van de populaire Folkertssleat.
Je kunt het je bijna niet voorstellen, maar onder het bloemrijk grasland van Trijehûs ligt 300.000 kuub slib opgeslagen. Omdat het eiland een stortplaats is, mag de provincie het eiland nooit verkopen en heeft ze er de eeuwigdurende nazorg voor.
Natuur aan zet
De driehoekvorm is dezelfde gebleven. Verder herinnert nog weinig aan het oude Trijehûs. Het eiland van boeren, zeilliefhebbers en restaurantgasten is getransformeerd tot een uniek natuur- en recreatiegebied. Met kleine ingrepen wordt de natuurontwikkeling gestimuleerd. De beheerder maait straks bijvoorbeeld It Bûtlân en het droge hooiland (It Hegelân), waarna het maaisel wordt afgevoerd. Sloten worden gefaseerd gehekkeld en om het open karakter te behouden wordt eventuele bosgroei teruggezet. Maar verder is de natuur aan zet. De komende jaren gaan ons duidelijk maken hoe de flora en fauna zich in dit gebied gaat ontwikkelen. Leuk en interessant om te volgen.
Bron: “Broedvogels van Trijehûs 2017” van Gerrit Jellema Jzn en Ruurd Koopmans. Op de facebookpagina van Fûgelwacht Grou kunt u het volledige rapport lezen.