De vierde zoon was Eeltsje Hiddes Halbertsma (08-10-1797 / 22-03-1858). Hij studeerde medicijnen in Leiden en maakte tijdens zijn studie in Heidelberg kennis met de Duitse Romantiek. Dat romantische is vooral in zijn proza, maar ook in zijn poëzie terug te vinden.
Eeltsje Halbertsma werd dokter in Purmerend, twee jaar later verhuisde hij naar zijn geboortedorp Grou. Hij bleef daar aan als huisarts tot 1853, waar hij een bestaan heeft opgebouwd met een groot aantal patiënten, die in het afgelegen Grouster waterland wonen. Hierdoor moest hij er vaak met zijn zeilschouw er in weer en wind op uit om hen te bezoeken. De ‘stamkroeg’ van Eeltsje Halbertsma was het Hof van Brussel, waar hij graag mocht vertoeven.
Zijn huwelijk met de burgemeestersdochter Baukje Fockens uit Bolsward, een enigszins zwaarmoedige vrouw, blijkt niet gelukkig geweest te zijn. Naast arts was hij actief als schrijver en letterkundige. Hij verzamelde stukken uit de Friese mythologie die door zijn broer Joast werd gepubliceerd. In 1822 publiceerden de broers de “Lapekoer van Gabe Skroar” (de Lappenmand van Gabe Snijder). Een verzameling van verhalen en liedjes, door henzelf geschreven of bewerkt in het Fries.
Eeltsje Halbertsma schreef onder andere “De âlde Friezen” dat later werd bewerkt tot het Fries Volkslied. Zijn leven was vol tegenslagen, maar zijn werk en zijn literaire productie gingen door. In zijn gedichten wist hij zijn diepste gevoelens te vertolken. Meenemend, spottend en o zo gevoelig. Eeltsje schreef zo hij zelf was en hun verzamelde werk, de “Rimen & Teltjes “ van 1871, is een echt volksboek, boordevol met verhalen en gedichten, al meer dan eeuw oud.
Met klassiekers als Pyt en Sibbel, it Marke, Deagraverssankje, de Jonkerboer en De reis nei de Jichtmasters. Alle generaties ontdekken dit werk opnieuw. Bijna even beroemd zijn de tekeningen van Ids Wiersma die in dit boek zijn opgenomen.
In Grou worden de broers zeker in ere gehouden Dit blijkt onder meer uit de gevelstenen van Joast en Eeltsje Halbertsma in het Halbertsmahûs aan het Halbertsma’s Plein. Geplaatst in 1875 en 1879, van beeldhouwer Willem Molkenboer.
In 1903 gaf het “Selskip foar Fryske Taal en Skriftekennisse” opdracht voor een standbeeld ter nagedachtenis van Eeltsje Halbertsma, dat werd geplaatst aan de Parkstraat. Beeldhouwer was Johan Schröder.
De vraag is natuurlijk waarom een huisarts, die meer dan 150 jaar geleden z’n praktijk had in Grou, is vereerd met een standbeeld. Welnu, dokter Eeltsje was een goede vriend van veel Grousters. En dat heeft diverse redenen. Dokter Eeltsje was een zeer sociaal voelend mens. Een mensenvriend met een groot hart. Hij weigerde eigenlijk nooit iemand medische hulp, ook al wist hij dat de rekening niet altijd kon worden betaald.
Ondanks de vele nare en levensbedreigende ziekten in die tijd hield dokter Eeltsje er een bijzondere en positieve levenshouding op na. Hij staat bekend om zijn vele grappen en anekdotes die nog steeds worden verteld. “Lachen is gezond, humor doet evenveel als een drankje en de natuur is de beste genezer”, aldus de dokter. Dokter Eeltsje was één van de eersten die zijn patiënten kinine tegen de koorts toediende, wat later algemeen werd gebruikt.
Privé ging het dokter Eeltsje niet makkelijk af. Eeltsje is geboren op 8 oktober 1797 als vierde zoon in het gezin van Hidde Halbertsma. Zijn geboortehuis stond aan het (huidige) Halbertsma’s Plein, op de plaats waar nu het Halbertsmahûs is. Als Eeltsje 12 jaar is, overlijdt eerst zijn vader en kort daarna zijn moeder. Hij is dan een leerling van de Latijnse school in Leeuwarden en in 1814, als 17-jarige, gaat hij naar Leiden om medicijnen te studeren. De studie verloopt voortvarend en in 1818 vervolgt Eeltsje zijn studie in het Duitse Heidelberg. Ondanks de romantische sfeer in Duitsland, verlangt hij weer naar zijn vaderland en in oktober 1818 promoveert hij in Leiden op een dissertatie over het lichaamsgewicht van de mens in verhouding tot zijn temperament. Daarna vestigt hij zich in Purmerend als huisarts, maar na twee jaar keert hij terug naar Grou. Hier voelt hij zich thuis. Hij neemt de praktijk van zijn oom Johan Römer over en hij krijgt eerst onderdak bij zijn broer Binnert en later in de herberg “Hof van Brussel” aan het Oerhaelspaed.
Eeltsje logeert af en toe bij zijn broer Joast, die Doopsgezind dominee in Bolsward is. Hier leert hij zijn toekomstige vrouw kennen, Baukje Fockens, dochter van de Bolswarder burgemeester. Op 18 juni 1823 wordt het huwelijk gesloten. Dokter Eeltsje en Baukje kregen vier kinderen, waarvan 3 al op jeugdige leeftijd kwamen te overlijden. Het leven en werk kan dokter Eeltsje niet meer bekoren na deze zware verliezen. Zoon Hidde neemt in 1853 de praktijk over. Het huwelijk van Eeltsje en Baukje is niet geslaagd, twee karakters die niet bij elkaar passen. Ook drinkt Eeltsje soms teveel.
Naast huisarts was Eeltsje ook schrijver en dichter. Samen met zijn broers Tsjalling en in het bijzonder Joast, schreef hij de verhalen voor de “Rimen en Teltsjes”. Tijdens zijn studie in Heidelberg leerde hij de Duitse Romantiek kennen, die op zijn muzikale vorming een duidelijk stempel zou drukken. Eeltsje dichtte woorden op Duitse liederen, zo ook “De Alde Friezen”, dat in 1875 werd uitgeroepen tot Frysk Folksliet.
Bron: Frisia, Wouter van Riesen: Dokterom
Betinking Dr. Eeltsje Halbertsma 1858-1958 (pdf)
2008-03-22 ef Tekst by tentoanstelling oer Eeltsje Halbertsma yn Museum DTG